“Compassie is niet gewoon een leuk idee, het is een dringende noodzaak”

Interview met Karen Armstrong door Jolanda Breur van Nieuwwij

Compassie als tegengif voor wereldwijde problemen? Volgens Karen Armstrong is ze onze enige kans om het tij te keren nu de klok twee voor twaalf slaat. Eind november reikt de Britse religie-expert de jaarlijkse Compassieprijs uit in Amsterdam. “Ik hoop op internationale initiatieven.”

Het tienjarig jubileum vierde ze begin november in Canada. Tijdens het Parlement van wereldreligies in Toronto konden Karen Armstrong en haar team terugblikken op een decennium lang compassie. Tenminste, op het uitdragen ervan. Want dat had de 73-jarige ex-non en religiehistorica voor ogen toen ze in 2008 de prestigieuze Ted Prize won. Het prijzengeld van 100.000 euro gaf haar de kans het Handvest voor Compassie op te zetten. Zo kon ze mensen uit alle windstreken mobiliseren om compassie als richtsnoer te verspreiden.

Velen lazen toen al haar boeken die inmiddels in veertig landen zijn gepubliceerd. De studies over onder meer het christendom en de islam vult ze binnenkort aan met een boek over geschriften uit de grote religieuze tradities. Armstrong ontdekte dat zowel de Indiase, Chinese, christelijke, joodse en islamitische heilige teksten de waarde van compassie benadrukken. “Religie is niet slechts een leuke privékwestie tussen jou en een god. Ze moet uitmonden in actie.”

Ervaren of praktiseren we compassie?

“Ze is niet alleen een gevoel, je praktiseert haar. Het woord ‘compassie’ heeft Latijnse wortels, com passio, en betekent meevoelen met de ander. Ze vereist empathie. De oude gulden regel, in alle grote geloofstradities een plicht, hangt ermee samen. Die luidt: behandel de ander niet, zoals je zelf niet behandeld wilt worden. De Chinese Confucius was in de zesde eeuw voor Christus een van de eerste die verkondigde dat je de gulden regel niet enkel zo nu en dan moest naleven, maar de hele dag door. Iedere dag weer. Je verplaatst je dus continue in de positie van de ander. Als jij het onprettig vindt om afgesnauwd te worden, dan snauw je zelf ook niet.”

De een gaat dat van nature makkelijker dan de ander.

“Compassie is bij iedereen aangeboren. Het zorgt ervoor dat een moeder iedere nacht weer opstaat voor haar huilende baby, hoe uitgeput ze ook is. Compassie doet ons overleven. Maar de mens is ook een egocentrisch wezen. We zetten onszelf graag op de eerste plaats. Deze zelfzuchtigheid kan onvriendelijkheid en onrechtvaardigheid voeden. Daarom moet je de impuls voor compassie cultiveren, zodat deze inslijt in je persoonlijkheid. Vergelijk het met oefeningen in de sportschool die je doet om je lichaam in vorm te houden.”

Maar niet iedereen zal door oefening even compassievol worden.

“Elk mens kan ermee worstelen juist omdat we ook zelfzuchtige en competitieve wezens zijn. Het hangt er dus vanaf hoe zorgvuldig en hoe vaak je je compassievol gedraagt. We blijven oefenen.”

Waarom zouden we compassie ontwikkelen?

“Voor wereldvrede, zou ik zeggen. We moeten haar persoonlijk én politiek beoefenen wanneer we willen overleven als soort. Dus andere naties bejegenen zoals we dat voor ons eigen land wensen. Wanneer de koloniale rijken zoals de Franse, Britse en Nederlandse toentertijd de gulden regel in acht hadden genomen, waren ons veel van de huidige problemen bespaard gebleven. De consequenties van ons gedrag toen zijn tot op zekere hoogte de oorzaak van sommige terroristische gruweldaden van vandaag.”

Hoe cultiveren we compassie voor deze aanslagplegers die duidelijk geen boodschap hebben aan de gulden regel?

“We mogen deze daden niet vergoelijken, het zijn misdaden. Maar laten we ons afvragen, en dat is niet makkelijk, wat we zouden doen als we zelf onder een wreed en onrechtvaardig regime zouden leven dat al decennia wordt gesteund door het Westen. Groot-Brittannië steunt landen met een moslimmeerderheid die de bevolking terroriseren en waar mensen zich niet vrij kunnen uiten. Dat zouden de Britten thuis niet tolereren. De toenemende polarisatie is een lont in het kruitvat. Compassie is ook niet gewoon een leuk idee, het is een dringende noodzaak of we anderen nu aardig vinden of niet. Anders zal de wereld een onleefbare plek worden.”

Volgens u moet compassie schuren, ongemakkelijk maken.

“Zo’n 400 steden wereldwijd sloten zich aan bij ons Handvest. Ze proberen compassie in de praktijk te brengen. Iemand vroeg me ooit hoe een compassievolle stad eruit ziet. Ik antwoordde: mensen zijn er niet gewoon leuk en aardig tegen elkaar. Het is een ongemakkelijke stad. Profeet Mohammed zei dat je geen gelovige bent als je kunt slapen terwijl iemand honger heeft. We weten dat overal mensen lijden, niet genoeg te eten en te drinken hebben of wreed behandeld worden, zoals de Rohingya-moslims in Birma. Dat zou ons ongemakkelijk moeten maken. Want wat als het onszelf overkomt?”

Nu hebben veel Nederlanders de handen vol aan hun eigen leven in een snel veranderende en onzekere samenleving. Stress, burn-outs en depressies liggen op de loer. Hoe maken zij ruimte voor compassie over de grens?

“Ja, dat speelt ook in Groot-Brittannië. En daar hebben we er nog een Brexit bij die een massale angst heeft opgeroepen onder de bevolking. Maar de Rohingya-moslims en mensen in Syrië en Jemen zouden hun problemen graag voor die van ons ruilen. Ik ervaar mijn hele leven al stress, het is onderdeel van de menselijke conditie. We moeten er creatief mee omgaan en ons niet overgeven aan zelfmedelijden. Door stil te staan bij het leed van anderen, zet je dat van jouw in perspectief. Onze meest compassievolle stad is Karachi, in Pakistan, een land in het brandpunt van veel ellende. Ze kampen met een enorme ongelijkheid en meer gevaar en armoede dan menig Europees land. Het is verbazingwekkend wat ze daar doen. Ruim 21.000 kinderen volgen een compassieprogramma op school, gesponsord door de overheid. Ze doen ook veel voor daklozen. Het leven is voor niemand makkelijk, maar dat hoeft ons niet van compassie te weerhouden.”

Moeten we niet kleinschalig, in onze eigen omgeving beginnen en hebt u daarvan alledaagse voorbeelden?

“Niemand verwacht dat je gelijk de compassie van een boeddha hebt. Hoe meer je oefent, hoe makkelijker het je afgaat. Net als leren lezen, je begint met het alfabet. Ik schreef een boek over compassievol leven in twaalf stappen. Je monitort gedurende de dag hoe je reageert op situaties. Ben je geduldig in de rij van de supermarkt en vriendelijk naar andere chauffeurs op de weg? Als je onaardig doet, vraag jezelf dan af hoe je dat kunt voorkomen.

Halverwege mijn stappenplan wissel je van je eigen standpunt naar dat van je medemensen, ook die in de rest van de wereld. Als je vreselijke beelden van menselijk lijden in bijvoorbeeld Syrië op het nieuws ziet, kijk dan niet weg. Hou dit levend in je achterhoofd, het zal jouw compassie voor die mensen doen groeien. Zij lijken ver weg, maar we zijn meer dan ooit met elkaar verbonden. Alleen al elektronisch, denk aan het world wide web. En wij praten met elkaar, terwijl jij in Amsterdam zit en ik in Toronto. Daarnaast hebben we allemaal te maken met dezelfde milieuproblemen. Wat ergens anders op de planeet gebeurt, zal zijn weerslag hebben op ons. Dat zie je ook aan de vluchtelingen op weg naar Europa. De VS hebben ook hun migrantenstroom. We zullen een compassievolle manier moeten vinden om dit probleem op te lossen, want die migratiegolf zal niet afnemen. We kunnen niet zonder elkaar.”

U bent op het Parlement van wereldreligies. Met welke nieuwe inzichten vertrekt u straks uit Canada?

“Ik hou vooral voordrachten om anderen nieuwe inzichten te geven. En door het geven van interviews kan ik weinig lezingen en discussies bijwonen. Het is een groot evenement, de sfeer is goed, maar ik geloof niet dat het erg nuttig is. Met de huidige wereldproblematiek, de polarisatie, zou het praktischer georiënteerd moeten zijn, meer naar buiten gericht. Een parlement bemoeit zich met beleid en neemt beslissingen. Zet compassie en rechtvaardigheid bovenaan de agenda om agressieve politiek zoals die van Trump tegen te gaan. De religieuze leiders hier moeten een sterke boodschap aan de wereld afgeven. Dat doet dit parlement niet en daarom verenigt het mensen onvoldoende.”

U reikt eind november de jaarlijkse Compassieprijs uit in Amsterdam. Wordt het tijd dat deze stad aansluit in de rij van compassievolle steden?

“Dat zou erg goed zijn. Rotterdam, Leiden en een aantal andere Nederlandse steden gingen jullie hoofdstad al voor. Ik hoop overigens niet dat de deelnemers in hun eentje compassievol proberen te zijn, met hun blik op eigen problemen en welzijn. De Europese steden zouden op moeten trekken met die in de VS, het Midden-Oosten en Azië. Laten we een compassievol netwerk vormen als tegenwicht voor de hokjesgeest en het toenemende geweld, zoals die terroristische aanslag op de synagoge in het Amerikaanse Pittsburgh.”

Wat hebben de compassievolle steden al bereikt?

“Je zou het niet zo snel verwachten van de stad die draait om gokken en showbizz, maar Las Vegas ontplooit bijzondere initiatieven. Ze heeft bijvoorbeeld een speciale plek in het stadscentrum. Iedere keer als ergens op de wereld zich een tragedie afspeelt of een gruweldaad word gepleegd, of het nu in de VS, India of Birma is, dan leggen mensen daar bloemen neer, ontsteken ze lichtjes en informeren ze stadsbewoners over wat er is gebeurd. Dit is precies wat een wereldwijd bewustzijn vergroot. Ik hoop dat de andere steden dit oppikken. En toen in Louisville een moskee werd vernield, riep de burgemeester op tv de inwoners op om mee te helpen opruimen. Zo’n duizend vrijwilligers van alle leeftijden gaven er gehoor aan.

Ik moet toch ook weer aan Karachi denken, omdat ik er onlangs was. Straatkinderen bivakkeren daar onder grote viaducten tussen een heleboel rommel. Drugverslaving is er aan de orde van de dag. Het lokale compassieteam heeft ervoor gezorgd dat de gemeenteraad dit onder één brug liet opruimen en schoonmaken. Ze bouwde een onderkomen voor de kinderen en onder het viaduct creëerden ze klaslokalen voor jongeren uit arme wijken. Vrijwilligers van de universiteit leren ze lezen, schrijven, wiskunde, Urdu en Engels. Het project heet Bridges en vormt ook een figuurlijke brug tussen de bevoorrechten en onbevoorrechten. Ze geven eveneens cricketlessen, dat is daar als voetbaltraining in Europa. De gemeenteraad kijkt hoe dit project loopt en wil de activiteiten dan ook onder anders viaducten aanbieden. En vervolgens uitbreiden naar Lahore en Islamabad.”

En wat is er mislukt?

“Aanvankelijk gaven sommige steden de prioriteit aan zelfcompassie. Ze praktiseerden eerder een vorm van groepstherapie dan dat ze zich inspanden voor anderen die het moeilijk hadden. Mensen discussieerden met elkaar over hoe je je beter kon voelen, eerder genotzuchtig dus. Ze waren tevreden met het medelevend maken van hun eigen omgeving. Maar het gaat er niet om je eigen ziel te polijsten en een geliefder persoon te worden.”

Daar hebt u ze vast op aangesproken.

“Jazeker. We werken inmiddels aan een groter en praktischer georiënteerd bestuur en hopen op meer financiële bronnen. Zo kunnen we ambitieuzere projecten starten.”

Wat voor initiatieven hoopt u aan te treffen op de prijsuitreiking aan de Vrije Universiteit in Amsterdam?

“Ik heb nog geen idee waar ze over gaan, ik ben heel benieuwd. Ik hoop op enkele internationale projecten. Maar ook aan de universiteiten blijven we leren. Door mailcontact tussen Nederlandse en Pakistaanse studenten bijvoorbeeld, kunnen netwerken van begrip en vriendschap ontstaan.”

Wat zou u mensen willen zeggen die de noodzaak of mogelijkheid van een betere wereld betwijfelen?

“Veel mensen zijn sceptisch over compassie, dat is heel natuurlijk. Ik verwacht ook niet dat de hele universiteit, Amsterdam of de wereld ineens bekeerd zal zijn. Door de geschiedenis heen zie je mensen die ongeneeslijk zelfzuchtig zijn en alleen aan zichzelf kunnen denken. Zo zit het leven in elkaar. Maar het is belangrijk om niet op te geven. Kijk naar de grote helden uit de twintigste eeuw zoals Gandhi, Nelson Mandela of Martin Luther King. Zij hadden kunnen zeggen: mijn leven is gecompliceerd, ik heb te veel problemen. Maar dat deden ze niet en kijk wat ze als individu bereikt hebben. Het waren geen heiligen, ze hadden gebreken en tekortkomingen zoals wij. De Chinese geschriften spreken van een transformerende persoonlijkheid, een staat waarin één persoon de wereld kan veranderen. Zelfs ‘de man in de straat’. Als we onze geest ertoe zetten, kunnen we de samenleving beter maken.”

Donderdag 29 november wordt er tijdens het symposium Verschillend en dan? uitvoerig ingegaan op de betekenis van compassie in een tijd van toenemende polarisatie. Hoofdspreker is VU-eredoctor Karen Armstrong, een van ‘s werelds meest vooraanstaande experts op het gebied van interreligieuze dialoog en religieuze tolerantie in het publieke domein. Lees hier verder.

Bron: NieuwWij

Afbeelding:  wikimedia commons/RV